Behandeling

Als je net begint aan je behandeling kan de onzekerheid die gepaard gaat met de ITP diagnose stresserend zijn. «Hoe lang moet ik therapie volgen? Kan ik genezen? Wat als het niet werkt?»
Om een deel van de stress en de onzekerheid weg te nemen, moeten we een stap terug nemen en even kijken hoe een voorbeeld van een zorgtraject1 eruit kan zien.
 

1. Diagnose

Het proces van het bevestigen van een ITP-diagnose kan lang en frustrerend zijn en het kan veel onderzoeken met zich meebrengen.
ITP wordt gediagnosticeerd door uitsluiting. Dit betekent dat de diagnose pas wordt gesteld als alle andere mogelijke oorzaken van een signifcante vermindering van het aantal trombocyten zijn uitgesloten.

Als je net de diagnose van ITP gekregen hebt, is het normaal om bang te zijn en niet te weten wat te verwachten.
 

2. Observatie

Als je aantal bloedplaatjes 30 x 109/L of meer is, en je symptomen mild zijn, kan je arts wachten om te zien of je conditie vanzelf verbetert, zonder een behandeling voor te schrijven.
 

3. Eerstelijnsbehandeling

Als de bloedingen ernstig worden of als je aantal bloedplaatjes daalt, zijn corticosteroïden meestal de eerste medicatie die wordt toegediend gedurende een periode van maximaal 6 tot 8 weken.
Deze stoffen zijn verwant aan cortison, een hormoon in het lichaam dat het immuunsysteem reguleert. Corticosteroïden voorkomen de vernietiging van bloedplaatjes.
In het geval van ernstige bloedingen moeten aanvullende therapeutische maatregelen worden overwogen, zoals de toediening van immunoglobulinen. Van zodra je aantal bloedplaatjes is gestegen, zal je arts de corticosteroïden geleidelijk afbouwen. Tegelijkertijd zal hij/zij je aantal bloedplaatjes blijven controleren.
 

4. Tweedelijnsbehandeling

Niet alle patiënten bereiken de verwachte resultaten door de behandeling met corticosteroïden of, als de behandeling aanvankelijk werkte, kan er later een terugval optreden.

Andere mogelijke behandelingen moeten dan worden overwogen:

  • Agonisten van de receptoren van trombopoëtine zijn stoffen die de vorming van nieuwe bloedplaatjes in het beenmerg kunnen stimuleren. Er zijn 2 verschillende vormen: een orale tablet die elke dag moet worden ingenomen, of een injectie die elke week moet worden gegeven. Als patiënt bepaal je in samenspraak met je behandelende arts welke vorm het meest aangewezen is voor jou.
  • Anti-CD20 medicijnen zijn bekend als immunosuppressiva; ze voorkomen de productie van antilichamen die de bloedplaatjes vernietigen.
  • Splenectomie is de chirurgische verwijdering van de milt. Door de milt te verwijderen, kan je lichaam minder bloedplaatjes vernietigen. Er is echter geen test om aan te tonen of een splenectomie voor jou zou werken. Zodra de milt verwijderd is, kan de procedure niet teruggedraaid worden. Zoals bij elke operatie moet je de risico’s zorgvuldig overwegen en mogelijke zorgen met je arts bespreken. De nieuwe Belgische richtlijnen raden aan om minstens 1 jaar na de diagnose te wachten alvorens splenectomie te overwegen.
  1. Onkopedia Leitlinie ITP [Directive Onkopedia sur le PTI], https://www.onkopedia.com/de/onkopedia/guidelines/ immunthrombozytopenie-itp/@@guideline/html/index.html (laatst geraadpleegd op 31.03.2020).
BE2309088473
×

Ask the speakers